Ecopolis 2019

11 november 2019 0 By Marc Vander Putten

2018

Ik heb in 2018 de Ecopolis conferentie bijgewoond, heb daarbij het werk van o.a. Kate Raworth leren kennen. Het heeft mij inzicht gegeven over een aantal issues, mij vooral geholpen om mijn standpunt inzake economie en ecologie te verfijnen. De analyses over de problematieken van milieu, opwarming van de aarde, ook over de rol van kapitalisme en neoliberalisme in het verhaal waren verhelderend.

Het heeft mij ook een beetje op mijn honger gelaten. Alleen bij Kate Raworth was er sprake van een alternatief voor het huidige kapitalistisch denken. Maar een duidelijk, allesomvattend plan voor een ommezwaai, hoe die te implementeren, wat de gevolgen zouden kunnen zijn voor mens en natuur, dat miste ik toen wel. Er was nog altijd geen duidelijk antwoord op de BDW-leuze: TINA, there is no alternative. Zolang we er niet in slagen om op een heldere manier een transitie naar “iets anders” uit te beelden, is elk protest een beetje een zwaktebod, en laten we de vrije loop aan alle cynici op onze aardbol. Zolang we geen duidelijke maatschappijvisie kunnen voordragen kunnen onze tegenstanders ons afzetten als dromers. We kunnen heel goed de vinger op de wonde zetten, en daar een aantal universele waarden tegenover zetten, zoals gelijkheid, het afschaffen van ongebreidelde groei, circulaire economie, enz… Maar dit zijn bijna randverhalen, ze dragen niet bij tot een maatschappijvisie.

2019

Ik dus, hopend op nieuwe inzichten, opnieuw richting Kaaitheater. Deze keer samen met zoon Antoon. Ook nicht Isabelle en haar vriend Mohand waren aanwezig.

Dit jaar werd vooral ingezet op “Generation Hope”, op al die moedige, mondige, geëngageerde jongen mensen die op straat een nieuw klimaatbeleid eisen van onze beleidsmakers.

In de debatten ging het veel over het al dan niet politiseren van de acties van students for climate en extinction rebellion. Een non issue op het eerste zicht: alle protestacties zijn per definitie politiek. Wat echter werd bedoeld: er wordt erop gelet niet over partijpolitiek te gaan, niet zich te laten kapen door één of andere partij, de hele politieke kaste aan te spreken. Alweer mis ik hier die maatschappijvisie. Veel leuzen, veel deeloplossingen, maar oh wee, toch niet zeggen dat de huidige economische modellen het probleem hebben veroorzaakt en dat ze niet kunnen leiden tot een oplossing, in tegendeel.

De ergste was de heer die kwam debatteren namens “grootouders voor het klimaat”. Hoe zielig was dat! Kijk, ik ben zelf een grootvader, maar op geen één moment heeft die gast mij het gevoel gegeven dat hij in mijn naam sprak. Een totaal gebrek aan visie, het debat steeds verlagend tot trivia, mens, mens. Hij kan hoogstens een beetje sympathie voor zijn goede bedoelingen oogsten, maar een echte bijdrage tot het debat, neen, dat niet. Dat een jonge gast van, schat ik, 18 meer inzicht toonde dan een (weer een schatting) 70-jarige is al niet vanzelfsprekend, maar als je bedenkt dat die 18-jarige ook al niet bepaald wereldschokkende inzichten had, dat maakt het nog pijnlijker.

Interessante sprekers waren dit jaar:

  • Joke Hermsen, Nederlandse schrijfster en filosofe, die ons inzicht gaf over de parallellen tussen het strijd van Rosa Luxemburg en Hannah Arendt en dat van de huidige klimaatgeneratie. Haar pleidooi voor het leren “neen” zeggen en voor politiek engagement was to the point
  • Yameogo Sountonguenoma Désiré, uit Burkina Faso. Hij gaf ons vooral een beeld van wat de strijd voor democratie en voor rechten betekent in een land waar een grote meerderheid van de bevolking arm en onderdrukt is. Een toonvoorbeeld van volharding.

De mooiste bijdrage van de dag kwam echter niet van een deelnemer aan een debat, maar wel van Anissa Boujdaini, die in een verheven monoloog de plaats van allochtonen in het klimaatdebat besprak, en tegelijkertijd een aantal heilige huizen omver kegelde. Knap!

Ik had daarna geen zin meer in het laatste debat, over “Het samenspel van vrouwenhaat, rechts-populisme en klimaatontkenning“. Niet dat ik niet akkoord ga met de premissen, ik heb mij hierin al heel vaak verdiept. Neen, omdat ik van dit debat ook geen positief input, lees geen oplossing, verwacht. Pas op, ik ben er 100% voorstander van om vrouwen de zaken te laten leiden, ik volg op de voet wat rechts-populisme op sociale media uitspuwt. Ik weet dat we moeten opboksen tegen een meerderheid die liever al die onzin slikt dan echt te moeten nadenken over de problemen van onze tijd. Het kan dus geen kwaad om dit nog eens en nog eens te benoemen. Maar die bange blanke mannen zijn daar niet, hé, in het Kaaitheater, men preekt hier voor bekeerden. Wat nodig is: het debat met die mensen durven aangaan, dagelijks. De simpele denkpatronen van populisme doorbreken door met die mensen in gesprek te gaan, dat moeten we blijven doen. Geen eenvoudige taak, maar als we dit niet doen, als we onze stem bij hen niet laten horen, dan horen ze alleen nog die smerige troep op facebook die hen munitie geeft voor hun haat voor alles dat anders is: de migrant, de allochtoon, de linkse, de waal, de student… Alle zondebokken die hen door rechtse partijen worden gepresenteerd, om maar niet te moeten denken: ook ik moet mijn deel bijdragen, ook ik heb mijn verantwoordelijkheid. Neen, dan is het gemakkelijker om af te geven op Anuna.

Rechts-populisme

De simpele denkpatronen van populisme doorbreken door met die mensen in gesprek te gaan, dat moeten we blijven doen.

Slotsom:

Ik stel vast dat de opkomst in 2019 veel lager lag dan vorig jaar, misschien door het ontbreken van “grote namen” op de affiche, of de “actiemoeheid” van de activisten, weet ik veel. Feit is zeker dat ook de bevlogenheid afwezig was, dat men een beetje in het ijle aan het babbelen was, dat een lijn ontbrak. Om Ecopolis 2020 een kans te geven zal men dan toch sterk moeten nadenken over het format. Misschien meer workshops, misschien ook meer tijd en aandacht geven aan het publiek, die vaak meer to the point leek te zijn dat de deelnemers aan de debatten. Een forum, een ontmoetingspunt voor mensen met een gezamenlijke bezorgdheid in plaats van een praatbarak, dit zou mijn inziens meer op zijn plaats zijn.

En dan, heel misschien, wil ik er volgend jaar weer bij zijn.